De maceration carbonique (maceratie onder koolzuur) is een moderne wijntechniek waarbij de druiven voor de alcoholische hoofdgisting ongeplet in een afgesloten vat onder extra toegevoegd koolzuurgas een periode zonder zuurstof kunnen rijpen. Hierbij stopt de natuurlijke plantenademhaling van de druif (door zuurstofgebrek) en treedt een proces op waarbij de druif zichzelf onder invloed van de eigen celenzymen verteert.
Er zijn maar weinig onderdelen van het wijn maken die de laatste jaren zo een ontwikkeling hebben ondergaan als deze maceratie of het voorweken. De invloed die het op de stijl van de uiteindelijke wijn heeft, is heel groot, en de mogelijkheden ontzettend divers.
Door deze techniek komt het aroma beter tot ontwikkeling. De druif breekt onder het gewicht op een gegeven moment spontaan open waarna alsnog de normale alcoholische gisting begint.
Deze methode is bekend door de Beaujolais primeur. Wijnen die op deze manier gemaakt worden, zijn sneller op smaak, erg fruitig, maar meestal minder lang houdbaar.
In een omgeving die verzadigd is met glucose, wordt het proces van afbraak van suikers door de zuurstof (afbraak van suiker moleculen tot water en CO2) geblokkeerd ten gunste van dat door alcoholische fermentatie (afbraak van suikers in de productie van ethanol en CO2). Bij maceratie onder koolzuur is er een spontane consumptie van druivensuiker met productie van CO2 en ethanol. Dit proces vertraagt met het oplopen van het ethanol gehalte.
De perswijn (sap van het persen van de druiven) en de vrije uitloopwijn (sap dat van nature uit de tank stroomt) kunnen daarna samen of apart een normale alcoholische gisting ondergaan.
Dit is ook wat er gebeurt in de most van verse druiven: na het pletten is de most zo rijk aan suiker dat de gisten deze alleen kunnen afbreken door het fermentatieproces. Dit is de reden waarom de fermentatie van de druiven zeer snel begint om dan af te nemen tot een voortijdige stop (na ca 14 dagen). Een zogenaamde "gecontroleerde" beluchting (toevoeging van een bepaalde dosis zuurstof of bewerkingen van de most) zorgt ervoor dat de fermentatie volledig kan worden uitgevoerd.
Over het algemeen wordt koolzuurmaceratie beschreven als een wijnbereidingsproces waarbij geen gist is betrokken. Maar dit is niet helemaal correct, want het is onmogelijk om een vat alleen met hele druiven te vullen: sommige worden op de bodem van de container geplet door het gewicht van de trossen en het sap dat vrijkomt uit de geplette bessen ondergaat alcoholische gisting. Bijgevolg gaat de eerste fase van de hierboven beschreven koolzuurmaceratie altijd gepaard met gistfermentatie, die tot een minimum moet worden beperkt.
Een variatie op deze techniek wordt vaak gebruikt in Beaujolais, het wordt "semi-carbonische" maceratie genoemd. Het principe is bijna hetzelfde, maar in plaats van de tank te vullen met kooldioxide, is het de C02 die wordt geproduceerd door de alcoholische fermentatie van de geplette bessen op de bodem van de tank die geleidelijk de volledige hermetisch afgesloten container zal vullen. De nog hele trossen die zich bovenaan bevinden, komen zeer snel in een zuurstof arme omgeving terecht. De verhouding van de resultaten van alcoholische gistfermentatie is bij deze methode hoger als van de koolzuurmaceratie.
Een van de belangrijkste doelen die met koolzuurmaceratie worden nagestreefd, is de ontwikkeling van typische aroma's, waaronder die van vanille, karamel, kruidnagel en vooral kaneel. Bovendien vallen wijnen gemaakt van koolzuurmaceratie op door hun soepelheid, hun rondheid, hun zachtheid en ze zijn over het algemeen binnen het jaar te drinken. Dit is de reden waarom deze vinificatiemethode voornamelijk bedoeld was voor primeurwijnen.
De structuur is licht tanninerijk, de aanwezigheid van schillen en stengels opgelegd door deze vinificatietechniek zorgt voor substantie en een mooie kleur. Het verkrijgen van een wijn om op te leggen is mogelijk als de most, na de fase van de koolzuurmaceratie, wordt bewaard in contact met de vaste delen. In het begin met dagelijks overpompen. Langdurige contact tussen vloeibare en vaste fase leidt tot complexere en meer aromatische wijnen.